Het recht op luiheid en individuele onteigening

Enrico-Arrigoni

Frank Brand

Jij daar, jij die een job hebt die je bevalt, die een zelfstandig beroep uitoefent en die de knoet van de baas niet té veel voelt. Jij ook, uitgebuite, die zich onderwerpt door berusting of lafheid: hoe durf je zo hard diegenen veroordelen die tot de aanval tegen de vijand overgegaan zijn?

Wij hebben je maar één ding te zeggen : “stilte!”, uit eerlijkheid, uit waardigheid, uit trots. Voel je hun lijden niet? Hou je bek! Heb je hun stoutmoedigheid niet in je? Nogmaals, hou je bek!

Hou je bek, want je kent de folter van de gehate arbeid en uitbuiting niet.

Sinds lang wordt het recht op arbeid, het recht op brood opgeëist terwijl de arbeid, eerlijk gezegd, bezig is ons af te stompen. We zijn niets anders meer dan wolven op zoek naar werk – een stabiel en vast werk – en deze zoektocht verbruikt al onze geestdrift. We zijn voortdurend op zoek, geobsedeerd door arbeid. Deze bezorgdheid, deze obsessie onderdrukt ons, het laat ons niet met rust. En het is niet dat we arbeid leuk vinden. Integendeel, we haten het, vervloeken het: dat verhindert niet dat het ons ontbreekt en dat we het overal gaan zoeken. En wanneer we erop schelden, dan vervloeken we het omdat het van ons weggaat, omdat het niet stabiel is, omdat het ons achterlaat – na een weinig tijd: zes maanden, een maand, een week, een dag. Na die week of dag, begint de zoektocht opnieuw, met alle vernedering van onze waardigheid als mensen die dat met zich meebrengt; met de spot dat dat veroorzaakt in onze magen; met de morele belediging tegen onze trots van individuen die zich bewust zijn van deze belediging, die verslappen en die hun rebelse rechten van anarchisten laten vertrappelen. Lees verder