Stellingen

  1. Deelname aan de welvaart in een gemeenschap afhankelijk te laten zijn van de individuele werkopbrengst is alleen gerechtvaardigd zolang deze welvaart afhankelijk is van menselijke kracht. Maar menselijke kracht wordt nu steeds meer vervangen door machines en computersoftware.
    Daarom, als we door blijven gaan om inkomen-werkverspreiding aan werk te verbinden, veroorzaken we een vergroting van werkeloosheid (als een effect van automatisering) of een vermindering van inkomens (als gevolg van niet-automatisering).
  2. De welvaart van ons land is de welvaart van alle burgers. Deze welvaart is onze gezamenlijke prestatie – zowel als dat van de voorgaande generaties.
    Rechtvaardigheid gebiedt dat alle burgers delen in de welvaart van het land.
  3. De welvaart van ons land is het resultaat van succesvolle innovatie. Innovatie vergroot productiviteit en bevordert waardevermeerdering omdat het werkbesparende automatisering mogelijk maakt.
    Overeenkomstig is werkeloosheid geen teken van armoede, maar van de toegenomen productiviteit en zijn goederen van ons land.
  4. Als we niet in staat zijn om innovatie te verbeteren dan offeren we zowel de bevrijding op van onnodig werk als wel als voorspoed.
    De rechten van burgers omvatten vrijheid van onnodig werk dat door machines kan worden gedaan.
  5. Door de werkeloze en welzijnsontvangers te dwingen om te werken wantrouwt men hun commitment aan het algemene welzijn en beperkt men burgerlijke vrijheden.
  6. Als we vasthouden aan het doel van volledige werkgelegenheid straffen we zowel de werkeloze als de werknemers vanwege de economische productiviteit van ons land. We dwingen hen hun menselijke arbeid tegen lagere salarissen of lonen te verkopen en met verminderde sociale zekerheid – Zelfs als hun menselijke arbeid niet langer nodig is.
  7. Vasthouden aan het doel van volledige werkgelegenheid resulteert in onnodig werk dat kan worden geautomatiseerd. Geautomatiseerd werk is inwisselbaar werk, inwisselbaar werk kan niet zinvol zijn.
    Vasthouden aan het doel van volledige werkgelegenheid resulteert in een verlies aan zingeving in werk voor een groeiend aantal burgers.
  8. De nadruk op het doel van volledige werkgelegenheid verstikt de burger in geestdodend, oneervol werk. Dit betekent dat werknemers minder tijd hebben voor zinvolle activiteiten. De waardigheid van de persoon is geschaad.
  9. Wanneer menselijke waardigheid en integriteit niet langer de ultieme richtlijnen zijn van onze politieke beslissingen, wordt onze politieke gemeenschap op zijn grondvesten geschud.

We stellen voor:
Een onvoorwaardelijk basisinkomen voor alle burgers dat …

  • … de familie versterkt. Ouders kunnen zich weiden aan de opvoeding en verzorging van hun kinderen zonder zich zorgen te maken over inkomenszekerheid.
  • … innovatie bevordert op alle sociale gebieden door vrije tijd en intellectuele kansen te bieden. Innovatieve ideeën zouden vrijelijk kunnen worden ontwikkeld zonder marktdruk.
  • … bedrijven versterkt. Werkgevers zouden werknemers kunnen vervangen door machines, en zij zouden zich geen zorgen hoeven te maken over hen die ontslagen worden, ze kunnen verwachten dat de overgebleven werknemers goed gemotiveerd zijn.
  • … de economie versterkt. Onproductieve industrieën en economische takken hoeven niet langer te worden gesubsidieerd door de overheid.
  • … maakt een drastische vermindering van bureaucratie in sociale systemen mogelijk. Een onvoorwaardelijk basisinkomen zou de meeste sociale voordelen vervangen.
  • Een onvoorwaardelijk basisinkomen voor alle burgers creëert nieuwe kansen voor individuele verantwoordelijkheid en geeft de vrijheid om er het beste van te maken.

Ute Fischer, Stefan Heckel, Axel Jansen, Sascha Liebermann, Thomas Loer

NL vertaling: Hèlen Grives Juli 2010.
Version 24. Juni 2005

Bron: http://www.freiheitstattvollbeschaeftigung.de/nl/thesen