Een basisinkomen bevordert de individuele vrijheid en een betere verdeling van betaald en onbetaald werk

globe3Een basisinkomen is een onvoorwaardelijk minimuminkomen voor iedereen en geeft alle mensen bestaanszekerheid. Het is een erkenning van dewaardigheid van ieder mens. Het bevordert de individuele vrijheid doordat het een vrije arbeidskeuze mogelijk maakt. Een basisinkomen stelt mensen in staat een betere afweging te maken tussen enerzijds betaald werk en anderzijds persoonlijk leven en onbetaalde werkzaamheden.

Een basisinkomen maakt het gemakkelijker om de tegenstelling tussen sociaal-economische doelstellingen en milieubeleid op te heffen. Het streven naar maximale economische groei en volledige werkgelegenheid is steeds minder te verenigen met de grenzen van natuur en milieu. Omdat een basisinkomen deeltijdwerk profijtelijker en gemakkelijker maakt, zorgt het voor een betere verdeling van inkomen en van het schaarser wordende werk.

We leven nu in een samenleving met politieke vrijheid en democratie, maar met een economie die iedereen in een keurslijf dwingt. Het sociaal-economische denken gaat uit van de noodzaak tot maximale economische groei, van concurrentiedwang en van arbeidsplicht. Een basisinkomen geeft mensen op economisch vlak veel meer keuzevrijheid en opent nieuwe perspectieven voor de samenleving. Het is een eenvoudig idee, maar het zal als een katalysator op veel vlakken veranderingen in gang zetten, in de maatschappij en in het persoonlijke leven van mensen.

ALLE ARGUMENTEN OP EEN RIJ

De argumenten voor een basisinkomen kunnen in twee categorieën worden ingedeeld:

  • De waarden waarvoor het basisinkomen staat: het recht op leven, de waardigheid van ieder mens, vrijheid, eerlijk delen, waardering van onbetaalde arbeid, plezier in werk en natuur- en milieubehoud.
  • De sociaal-economische voordelen: betere verdeling van betaald en onbetaald werk, vermindering van werkloosheid, minder werkstress en minder uitval door ziekte en arbeidsongeschiktheid.

1. HET RECHT OP LEVEN

Een basisinkomen geeft mensen bestaanszekerheid. Het garandeert iedereen een minimuminkomen dat nodig is om te kunnen leven. Omdat een basisinkomen onvoorwaardelijk is, valt niemand tussen wal en schip.

2. EEN VRIJE ARBEIDSKEUZE, MEER MOVITATIE EN PLEZIER IN WERK

In het huidige stelsel van sociale zekerheid hebben mensen een werk- en sollicitatieplicht op straffe van verlies van hun uitkering. Zonder inkomen kunnen mensen niet in hun levensonderhoud voorzien. De sollicitatieplicht en afhankelijkheid van werk heeft tot gevolg dat veel mensen tegen hun zin werken. Ze doen werk dat ze liever niet zouden doen, omdat het niet past bij hun capaciteiten, motivatie en ideeën of omdat de werkomstandigheden en beloning tekortschieten. Door een basisinkomen kunnen mensen vrij het werk kiezen dat echt bij hen past. Dit zal een positief effect hebben op de werkmotivatie en het plezier in het werk.

Ook door verbetering van arbeidsomstandigheden en vermindering van werkdruk als gevolg van invoering van het basisinkomen zal het werkplezier toenemen (zie 3 en 4).

3. BETERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN, MINDER UITVAL, RECHTVAARDIGERE INKOMENSVERHOUDINGEN

De werk- en sollicitatieplicht zorgt ervoor dat werknemers een slechte onderhandelingspositie hebben ten opzichte van werkgevers. De vrije werking van de arbeidsmarkt wordt hierdoor verstoord. Door invoering van een basisinkomen zullen werknemers sterker staan ten opzichte van werkgevers. Het zal leiden tot rechtvaardigere inkomensverhoudingen, betere werkomstandigheden en minder uitval door ziekte en arbeidsongeschiktheid.

4. EEN BETERE VERDELING VAN WERK EN INKOMEN, MINDER WERKLOOSHEID, VERMINDERING VAN WERKDRUK

In het sociale zekerheidsstelsel dat we nu hebben worden uitkeringen gestopt of verminderd, zodra iemand weer gaat werken. Ook zorgt werken vaak voor extra kosten, zoals reiskosten of kosten voor kinderopvang, die niet volledig worden vergoed. Daardoor gaan vooral werknemers aan de onderkant van arbeidsmarkt er financieel weinig of niets op vooruit als ze weer gaan werken. Dit wordt de armoedeval genoemd. In een sociaal zekerheidsstelsel met een basisinkomen, wordt het voor hen wel lonend om weer te gaan werken.

Omdat iemand het basisinkomen volledig behoudt als hij of zij weer gaat werken, levert elk uur extra werken ook een hoger inkomen op. Dit maakt deeltijdbanen veel aantrekkelijker.
Een basisinkomen maakt een eind aan de krankzinnige tegenstelling die er nu is: aan de ene kant zijn er veel werklozen die graag willen werken, terwijl aan de andere kant voor veel mensen die betaald werk hebben de werkdruk te groot is. Zij zouden graag minder gaan werken. Een basisinkomen maakt het voor degenen die nu voltijds werken gemakkelijker om in deeltijd te gaan werken, waardoor werklozen weer meer kans krijgen op betaald werk. Een basisinkomen zorgt zo voor een betere verdeling van werk en inkomen.

Daarnaast maakt een basisinkomen het gemakkelijker om een eigen onderneming te beginnen, omdat de startende ondernemers zich geen zorgen hoeven te maken over de basiskosten voor hun levensonderhoud. Hierdoor en door het vergemakkelijken van deeltijdwerk zal de werkloosheid verminderen.

5. WAARDERING VAN ONBETAALD WERK

Mensen verrichten veel onbetaald werk dat op zichzelf waardevol is én een onmisbare bijdrage levert aan de samenleving: kinderen opvoeden, huishoudelijk werk, zorg voor zieken, werk voor maatschappelijke organisaties. Een basisinkomen kan gezien worden als een waardering van al dit werk. De meeste mensen die geen betaalde baan hebben leveren op een of andere manier een waardevolle bijdrage aan de samenleving.

Een basisinkomen betekent naast waardering ook een ondersteuning van al deze waardevolle werkzaamheden. Nu zijn mensen vaak gedwongen om betaald werk te gaan doen door de sollicitatie- en werkplicht en de noodzaak om een inkomen te verwerven. Een basisinkomen stelt mensen in staat om zelf een goede afweging te maken tussen betaald werk enerzijds en hun persoonlijke leven en vrijwillige werkzaamheden anderzijds.

Nu voelen mensen zich vaak nutteloos als ze geen werk hebben, omdat alleen betaald werk maatschappelijke erkenning krijgt. Ander werk wordt gezien als geen écht werk, het ontvangen van een uitkering werk stigmatiserend (‘leven op kosten van de samenleving’) en de sollicitatieplicht leidt tot veel nutteloos, moedeloos makend solliciteren. Een basisinkomen zal deze stigmatisering opheffen en het veel gemakkelijker maken voor mensen zonder betaald werk om op een zinvolle, bevredigende manier te participeren in de samenleving.

6. BEHOUD VAN NATUUR EN MILIEU

Steeds vaker is de laatste tijd te horen, dat we allemaal meer moeten gaan werken vanwege de vergrijzing en internationale concurrentie. Het tegendeel is waar. We werken nu met zijn allen teveel. Het economische streven naar steeds meer productie en consumptie gaat de draagkracht van de aarde te boven en door de toenemende arbeidsproductiviteit als gevolg van mechanisering en automatisering is er steeds minder arbeidskracht nodig voor productie. We moeten dus minder gaan werken, en het overblijvende werk moeten beter worden verdeeld. Ook inkomen en welvaart moeten beter worden verdeeld. Een gedeeltelijke ontkoppeling van werk en inkomen door invoering van een basisinkomen is noodzakelijk. Een basisinkomen zorgt ervoor dat de welvaart in de samenleving niet alleen terecht komt bij degenen die nog wel een betaalde baan hebben en dat het overblijvende betaalde werk beter wordt verdeeld.

Een basisinkomen leidt tot een meer ontspannen samenleving, waarin iedereen zelf de keuze heeft: meer werken, verdienen en consumeren óf met minder inkomen genoegen nemen en meer tijd hebben voor persoonlijke ontwikkeling en onbetaalde activiteiten. Een basisinkomen leidt tot een herwaardering en versterking van niet-materiële waarden.

Een derde positieve effect voor natuur en milieu is dat een basisinkomen iedereen de mogelijkheid geeft om werk te weigeren, dat schadelijk is voor natuur en milieu; en ook werk dat schadelijk is voor mensen of dieren.

Voorstellen voor belastinghervormingen, zoals het verschuiven van belastingen op inkomen naar belastingen op grondstoffen en vervuiling (ecotax), maken vaak deel uit van pleidooien voor invoering van een basisinkomen. Door invoering van een basisinkomen te koppelen aan zo’n belastinghervorming, kunnen sociale en ecologische problemen gelijktijdig worden opgelost.

7. EERLIJK DELEN: DE AARDE IS VAN IEDEREEN

Het idee van een basisinkomen is altijd nauw verbonden geweest met de gedachte dat de aarde – de natuur en haar hulpbronnen – aan alle mensen toebehoort. De eerste persoon die pleitte voor invoering van een echt basisinkomen was de Belg Joseph Charlier in 1848. Hij zag het gelijke recht van ieder mens op land als grondslag van een basisinkomen, en noemde het basisinkomen dat hij voorstelde daarom ‘land dividend’ (dividende territorial).

Waarom zou de ene mens meer recht hebben op de natuur als een ander? De aarde is nu heel ongelijk verdeelt. Sommige mensen bezitten veel land, anderen niets. Deze ongelijkheid kan worden gecompenseerd door iedereen een basisinkomen te geven dat gefinancierd wordt door jaarlijkse belastingen op het gebruik van grond, grondstoffen, fossiele brandstoffen en vervuilende activiteiten.

Een basisinkomen compenseert de ongelijke verdeling én het feit dat we geen vrije toegang meer hebben tot natuurlijke hulpbronnen voor ons levensonderhoud, zoals in vroegere tijden. Door een basisinkomen krijgt iedereen weer de middelen om in het eigen levensonderhoud te voorzien, zonder daarvoor helemaal afhankelijk te zijn van anderen.

8. EERLIJK DELEN VAN WAARDE GECREËERD DOOR DE GEMEENSCHAP

Economische waarde wordt nu vooral gezien als iets dat door individuele inspanningen van ondernemers, managers en werknemers wordt gecreëerd. Echter, economische productie wordt ook gecreëerd door inspanningen van en namens de gemeenschap.

De huidige economie is ondenkbaar zonder de kennis die door de mensheid in de loop van duizenden jaren is vergaard. Deze kennis ligt ten grondslag aan de toegenomen arbeidsproductiviteit en welvaart als gevolg van mechanisering en automatisering. We zijn allemaal erfgenamen van de mensheid. Als onze voorouders het voor het zeggen hadden, zouden zij dan niet willen dat ál hun kinderen profiteren van de vruchten van de wetenschappelijke vooruitgang?

Overheidsbeleid heeft ook een belangrijk aandeel in de creatie van economische waarde. Zonder een goede planning van de overheid, een goed stelsel van regels en wetten en een door de overheid aangelegde en onderhouden infrastructuur, zou geen goed functionerende economie mogelijk zijn. Overheidsbeleid heeft dus een belangrijk aandeel in de productie van economische waarde en omdat de overheid alle burgers representeert, heeft iedereen recht op een aandeel hierin. Nu is het vaak zo dat deze waarde alleen ten goede komt aan bedrijven die profiteren van het overheidsbeleid.

Tot slot is al eerder (zie 5.) aangeven, dat waarde niet alleen wordt geproduceerd door degenen die betaald werk verrichten. Ook de meeste mensen zonder betaalde baan verrichten belangrijk werk voor anderen en voor de gemeenschap.

9. EENVOUD, MINDER BUREAUCRATIE

Een basisinkomen is de meest eenvoudige vorm van sociale zekerheid. Omdat iedereen hetzelfde basisinkomen krijgt, zijn er geen ambtenaren nodig om te bepalen of mensen recht hebben op een basisinkomen of om te bepalen op hoeveel geld mensen recht hebben. Er is alleen een goed bijgehouden en gecontroleerd bevolkingsregister nodig om te voorkomen dat mensen meer dan één basisinkomen ontvangen.

Zeker bij sociale zekerheid op mondiaal niveau is eenvoud belangrijk. Voor het wereldwijd invoeren van een mondiaal basisinkomen zal minder bureaucratie nodig zijn dan nu voor het sociale zekerheidsstelsel in alleen Nederland.

Bron: http://www.globalincome.org/Nederlands/Basisinkomen.html